Het jaarverslag van De Nederlandsche Bank (DNB) vindt er geen doekjes om: het gaat beter met onze economie. Natuurlijk, er zijn nog genoeg zaken om je zorgen om te maken, maar de ‘conjuncturele lucht is opgeklaard’.

Waar komt dit optimisme vandaan? Na flink wapperen met het 190 pagina’s tellende DNB Jaarverslag (pdf), vielen deze vier argumenten bij me op het bureau.

1. Wereldeconomie: oude rotten geven gas

De mondiale groei trekt aan. En dit keer niet doordat opkomende economieën het zo goed doen, schrijft DNB. Integendeel, terwijl de nieuwkomers vertragen, zijn het de oude economieën die meer gas geven. Dat is goed nieuws voor Nederland, want daar exporteren wij nog altijd onvergelijkbaar veel meer naar dan naar opkomende landen.

Van de Amerikaanse economie verwacht de centrale bank in dat opzicht het meest. Mits het afbouwen van de monetaire stimulering in dat land geleidelijk en beheerst wordt gedaan, kan de VS weer als vanouds de locomotief van de wereldeconomie worden.

Van deze mondiale groei profiteert vooral het grootbedrijf in Nederland. Voor het MKB gaat het herstel daarom langzamer.

2. Nederland = structureel sterk

Structureel staat de Nederlandse economie er niet slecht voor, meent DNB. Onze werknemers zijn slim en hoog opgeleid.  DNB citeert onderzoek van de Oeso, waaruit blijkt dat de ‘universele professionele vaardigheden’ die de komende jaren belangrijk zijn voor groei en innovatie, juist in Nederland bovengemiddeld aanwezig zijn.

Daarnaast zijn we – crisis of geen crisis – nog altijd rijk: de financiële vermogens van Nederlandse huishoudens zijn hoger dan in de meeste geïndustrialiseerde landen. Ja, ook na aftrek van de hypotheekschulden.

3. Hervormingen: politiek is bezig

Tegelijkertijd is  de politiek begonnen om nog bestaande belemmeringen voor structurele groei weg te werken. “Eindelijk”, hoor je DNB tussen de regels door verzuchten, want de centrale bank hamert al jaren op structurele hervormingen.

Hervorming van de woningmarkt, pensioenen, sociale zekerheid en de financiële sector maakt de Nederlandse economie flexibeler en weerbaarder, denkt DNB.

4. Europees evenwicht: Noord en Zuid

Ondertussen is in de eurozone niet alleen de rust teruggekeerd, maar zijn er ook daadwerkelijk stappen gezet om de onevenwichtigheden terug te dringen. In de tekortlanden Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland zijn de arbeidskosten per eenheid product flink gedaald.

In overschotlanden als Duitsland en Nederland zijn die kosten gestegen. De concurrentieverhoudingen zijn daardoor evenwichtiger geworden en de handelstekorten en overschotten tussen noord en zuid zijn verminderd of soms zelfs verdwenen.

Streng begroten

Er moet ook nog veel gebeuren. De zorgkosten lopen te snel op, vindt DNB. De overheid moet daarom streng blijven begroten. Men zou in Den Haag weer uit moeten gaan van een behoedzaam groeiscenario bij het opstellen van de begroting, zodat tegenvallende economische groei niet direct hoeft te leiden tot bezuinigingen en lastenverzwaring.

En bedrijven hangen nog te veel aan (niet ruim aanwezig) bankkrediet. Alternatieve financieringsvormen, zoals crowdfunding, mkb-obligaties, maar vooral ook nieuwe bronnen van eigen vermogen, moeten worden opgeschaald zodat ze een echt alternatief voor bankkrediet vormen.

De Europese bankenunie is nog niet klaar. En een echte achtervang voor probleembanken ontbreekt nog.

Zo blijft er nog van alles te wensen over voor DNB. Gelukkig maar, want als de centrale bankiers tevreden achterover gaan leunen, ga ik me pas echt zorgen maken.